Foto: 21 nov. 2004 Monnikenberg/de Stad Gods Hilversum |
Kleine stinkzwam
(Mutinus caninus)
NMV Ga 219010
|
Stinkzwammen zijn Buikzwammen, maar met een heel ander uiterlijk
dan aardsterren, bovisten of stuifzwammen.
Deze soorten kunnen zich op twee manieren verspreiden:
door sporen en door zwamdraden in de strooisellaag.
Alle in Nederland bekende stinkzwammen met een lullige vorm beginnen met een eivorm.
Door de groei breekt het ei open. Daaruit ontstaat een steel,
met aan de top een kleverige massa met sporen.
De sporenmassa op de top is olijfgroen of grauwbruin van kleur,
en verspreidt een sterke aasgeur. Op die aasgeur komen vliegen af.
Die vliegen zorgen voor de verspreiding van de sporen.
Mutinus soorten hebben kleine eitjes (1-2 cm doorsnee maximaal).
Van het Mutinus-geslacht komen drie soorten voor in Nederland:
de Kleine stinkzwam (Mutinus caninus),
de Spitse stinkzwam (Mutinus elegans),
en de
Roze stinkzwam (Mutinus ravenellii).
Deze kleine stinkzwammen doen vaag
denken aan de Grote stinkzwam (Phallus impudicus).
|
Foto: Kleine stinkzwam, Hilverbeek, 18 sep 2010
|
|
Twee Mutinus-soorten komen voor in 't Gooi en nabij het Amsterdamse bos.
- De Kleine stinkzwam kenmerkt zich door een oranjegele tot oranjerode top en een aasgeur.
De Kleine stinkzwam is vrij algemeen in Nederland, groeit saprotroof in
loofbossen en parken op voedselrijke humus op voedselarme, droge zandgrond,
en komt voor op zowel kalkrijk zand (duinen) als kalkarm zand (pleistocene gebieden).
Deze soort komt voor van mei tot december (piek: oktober).
Wat me opvalt: alle vindplaatsen die ik ken van de Kleine stinkzwam liggen onder beuk of larix,
zelden onder grove den, zelden onder ander loofhout, en nooit op houtsnippers.
En het zijn allemaal zeer vochtige standplaatsen, in op dat moment relatief droge gebieden.
- De Roze stinkzwam
kenmerkt zich door een rozerode tot karmijnrode top en een vaak roze gekleurde steel.
De geur ervan lijkt meer op kattepoep. Het schijnt qua herkomst een Noord-Amerikaanse soort te zijn.
De Roze stinkzwam is vrij zeldzaam in Nederland, en groeit op grof strooisel
en een humusrijke bodem, in parken, tuinen, veenmosrietlanden en hooilanden.
Deze soort komt ook voor op houtsnippers en stro. Van juni tot november (piek: september en eind oktober).
Volgens Henk van Halm, in Rob Chrispijn e.a., Champignons in de Jordaan (1999), p. 164-165,
kwamen beide soorten stinkzwammen voor in de groot-regio Amsterdam.
De Roze stinkzwam op houtsnippers (op opgespoten zand) bij de Amstelveense Poel en bij het PEN-eiland op opgespoten zand,
en de Kleine stinkzwam op bagger (veen). De Kleine stinkzwam wordt echter vooral gevonden in het Amsterdamse bos.
Bij een excursie in 2011 in het Gaasperpark, was er ineens weer eentje, een Kleine stinkzwam, in de beukenlaan.
Op het PEN-eiland heb ik er nooit een gezien.
|
Foto: Kleine stinkzwam, Gaasperpark, 13 okt 2011, 16 okt. 2011 |
|
In Park Spoorzicht in Diemen zul je tevergeefs zoeken naar deze soorten.
Niet het goede zand, of niet het goede strooisel. Houtsnippers liggen er genoeg, zelfs op plekken met zand.
Het is opvallend hoe vaak je de Kleine stinkzwam in 't Gooi aantreft op beukenbladstrooisel, en soms op larix strooisel.
Over het soort strooisel of een strooiselvoorkeur heb ik geen bronnen kunnen vinden.
Ik leerde de soort voor het eerst kennen in 2000 in Hilverbeek, van een mycoloog die dit zesde vingertje de oneerbiedige naam Hondenlulletje meegaf, een ezelsbruggetje voor de wetenschappelijke naam 'caninus' of gewoon een wat speelse of te 'letterlijke' vertaling?
|
Foto: Zwaluwenberg Hollandsche Rading 11 okt. 2004 |
Foto: Tenkinkbos Winterswijk 9 okt. 2000 |
Foto: Bussums Bloei Nwe 's Gravelandse weg 26 okt. 2010 |
Foto: Landgoed Twickel Delden 2 okt. 2010 |
Foto: Spanderswoud Bussummergrindweg 9 okt. 2011 |
Foto: Dassenveld Hollandsche Rading 15 sep. 2011 |
Bronnen:
Rob Chrispijn e.a., Champignons in de Jordaan (De paddenstoelen van Amsterdam), Schuyt en Co, 1999, p.164-165.
Ewald Gerhardt, De grote Paddenstoelengids(voor onderweg), Tirion natuur, 2006,p. 618-621.
Roger Philips Paddestoelen van West-Europa, Spectrum, 2000, p. 257.
Hans Vermeulen, Paddestoelen, Schimmels en Slijmzwammen van Vlaanderen (determinatiesleutels aan de hand van kenmerken), De Wielewaal, Turnhout, 1999, p. 535
|
Top
|